Kinderen
Damme, damme blansje…
Uit eigen ervaring…
Ik houd van domme blondjes, mam!
“Gezellig hè, zo met z’n allen uit eten gaan?”
Met de hele familie zitten we aan een grote, lange tafel in een plaatselijk eethuisje.
Mijn mannetjes zijn echte sfeervreters.
Ze houden van warmte en gezelligheid.
Samen lekker eten en drinken.
Kortom, Brabanders in hart en nieren.
Na de eerste drankronde komt de serveerster naar ons toegelopen met de menukaarten.
Voor iedereen is er een kaart, behalve voor onze Benjamin.
Lichtelijk geïrriteerd zegt hij: “En ik dan, ik kan ook lezen hoor!”
De serveerster kijkt hem verbaasd aan.
“Sorry jongen, dat wist ik niet.”
“Ik ga snel een kaart voor je halen.”
Binnen enkele seconden is ze terug.
Ze overhandigt zoonlief de menukaart.
Meneer, drie lentes jong, startend lezer, begint zorgvuldig de kaart te bestuderen.
Hij kijkt… Hij leest…
Hij kijkt nog eens en leest verder.
Dan zucht hij, pffff…
“Wat is er jongen?” vraag ik.
“Moeilijk hoor, ik vind alles lekker.”
“Moet ik nu al zeggen welke toet ik wil?”
“Nee kerel, daar kun je tijdens het eten nog over nadenken”, antwoord ik.
“Gelukkig maar!” puft hij.
Na de tweede gang, is het tijd voor het dessert.
De serveerster haalt de bordjes van tafel.
“Was het lekker, heren?” vraagt ze.
“Ja hoor, erg lekker” is het antwoord van onze wijsneus.
“Mag ik de menukaart nog even van u?”
“Ik wil graag een toetje bestellen.”
“Zoals u wenst, meneer.”
Lachend wandelt het meisje in de richting van de bar.
Ze komt terug met de dessertkaarten.
“Ik hoor wel wanneer u uw keus heeft kunnen maken,” gniffelt de jongedame.
Mijn mannetje knikt.
Zijn bruine ogen dwalen over de kaart.
Dan hoor ik zachtjes fluisteren: “Damme blansje…, damme blansje.”
Wat zou hij bedoelen, vraag ik mezelf af.
“Damme blansje…”
Het serveerstertje arriveert bij onze tafel.
“En, heeft u uw keus kunnen maken?”
“Natuurlijk, ik wel!”
“Nou jongeman, laat maar horen.”
“Mevrouw, ik wil graag een dom blondje.”
“Een wat?”
“Een dom blondje.”
Vragend kijkt het meisje me aan.
“Wat bedoelt hij mevrouw?”
“Dat mag Joost weten,” proest ik.
“Kerel, wijs eens op de kaart aan welk nagerecht jij wilt hebben.”
Zijn vinger gaat naar het derde nagerecht ‘dame blanche’.
“Kijk mam, dit wil ik graag.”
“Ik wil een damme blansje.”
“Een damme blansje?”
“Ja, een damme blansje, dat betekent toch een dom blondje?”
“Ik houd van domme blondjes mam, ik vind ze lekker!”
Dan grinnikt het meisje: “Dat ik daar zelf niet aan gedacht heb.”
Met haar hand strijkt ze een blonde pluk haar weg uit haar gezicht en wandelt in de richting van de keuken.
Ik hoor zachtjes zeggen: “Damme blansje…, damme damme blansje.”